Tijdens de coronacrisis hebben regeringen over de hele wereld de sluiting van niet-essentiële bedrijven en diensten bevolen om de overdracht van het virus te verminderen en de bevolking te beschermen. Gebouwen die wel onder de essentiële diensten vallen, hebben mogelijk minder personeel, omdat alleen noodzakelijke werknemers aanwezig zijn. Vanwege besmettingsgevaar kunnen bedrijven ook het personeel van leveranciers de toegang tot het terrein beperken. Hierdoor zijn veel gebouwen leeg komen te staan of er is minder personeel aanwezig. Dit geeft een groter risico op ongedierte en onderhoudsproblemen. Als ongediertebestrijders geen toegang hebben tot een gebouw, bestaat het risico dat er dierplagen ontstaan en dat de aantallen plagen zich ongecontroleerd vermenigvuldigen.
Gebouwen in meerdere sectoren worden getroffen, waaronder bedrijven, hotels en restaurants, onderwijs, industrie en woningen, waar huiseigenaren terughoudend zullen zijn om mensen binnen te laten om zichzelf te beschermen tegen besmetting. Met geen of weinig mensen en weinig activiteit zijn deze gebouwen een perfecte leefomgeving geworden voor vele soorten ongedierte. Bijkomend probleem is dat als een gebouw lange tijd leeg staat, de verzekering mogelijk geen dekking biedt.
Als er ook voedsel in de buurt is, kan het aantal ongedierte snel toenemen. Dit kan leiden tot:
- fysieke schade aan de gebouwen
- een grote plaag die veel moeilijker uit te roeien is
- verontreiniging van de locatie door bijvoorbeeld nestmateriaal en uitwerpselen
- verontreinigde oppervlakken die gezondheidsrisico’s met zich meebrengen door de vele ziekten die ongedierte met zich mee kunnen dragen
- plagen van ander ongedierte die meekomen als ectoparasieten, waaronder teken, vlooien, mijten, luizen en ook kevers en snuitkevers die nesten besmetten
Volgens een onderzoek van Rentokil zijn bedrijven in vijf landen naar schatting € 13,3 miljard kwijt aan ongedierteplagen. Meer dan een kwart van de bedrijven meldde schade aan elektrische apparatuur tijdens een rattenplaag en 15% van de bedrijven meldde inkomstenderving als gevolg van vertrouwen van klanten na een plaag.
De belangrijkste ongedierterisico’s voor gebouwen
Knaagdieren
Ratten en muizen zijn in staat tot een exponentiële toename van de populatie wanneer er een overvloedige voedselvoorziening is. Ze produceren meerdere nesten in een jaar. De volgende generaties jong volwassenen produceren hun eigen jongen binnen een jaar. Bovendien zorgen de beschutting tegen roofdieren en gunstige leefomstandigheden in een gebouw voor een hoger overlevingspercentage dan in het wild.
Tijdens de pandemie zijn veel bedrijven die werken met voedsel zoals restaurants en cafés, gesloten. De lokale rattenpopulatie ziet daardoor plotseling haar voedselvoorraad verdwijnen. Dit kan tot hongersnood leiden. Ze verlaten dan hun normale territorium om op zoek te gaan naar nieuwe voedselvoorraden. Ratten veranderen zelfs hun normaal nachtelijke gewoonten om overdag voedsel te vinden – dit ongebruikelijke gedrag is al gemeld in New Orleans.
Deze uitgehongerde ratten vormen een verhoogd risico voor gebouwen in de buurt waar nog wel voedsel aanwezig is, waaronder ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, voedingsmiddelendetailhandel en -opslag en woningen. Ook volle afvalbakken zullen ratten aantrekken.
Risico’s van knaagdieren
De gevaren van ratten en muizen zijn:
- Schade aan gebouwen en kabels door te knagen: het meest voorkomende probleem bij de bruine rat is schade aan elektrische apparatuur en brandgevaar door kortsluiting. Ratten kunnen ook ernstige schade toebrengen aan rioleringen door te graven
- Verontreiniging langs toegangswegen met urine, uitwerpselen en vuil uit de omgeving
- Schade aan voedselverpakkingen
- Eten van producten
- Verontreiniging van voedsel met uitwerpselen, urine, vuil
- Overdracht van een groot aantal ziekten, waaronder salmonella en de ziekte van Weil
- Knaagdieren dragen ectoparasieten, waaronder teken, vlooien, luizen en mijten, en zijn daarom ook vectoren voor de ziekten die deze dragen
Kakkerlakken
Kakkerlakken zijn het meest voorkomende type kruipend insect waar voedselverwerkende bedrijven last van hebben. Ze veroorzaken bijzondere problemen vanwege hun kleine formaat, ze zich kunnen verbergen op kleine plaatsen, hun gevarieerde voeding, snelle reproductie en de ziekten die ze kunnen dragen.
Kakkerlakken schuilen op donkere plaatsen zoals scheuren, spleten, afvoeren, rioleringen, machines en meubilair en verborgen ruimtes die de juiste temperatuur en vochtigheid bieden. Deze plaatsen zijn ook moeilijk te bereiken met eenvoudige schoonmaak.
De drie meest voorkomende soorten kakkerlakken in Nederland
- Duitse kakkerlak (Blatella germanica)
Geeft de voorkeur aan natte, vochtige omstandigheden en wordt vooral geassocieerd met plagen in keukens en voedselopslag, maar ook in badkamers, voertuigen, kantoren en administratieve ruimten. - Amerikaanse kakkerlak (Periplaneta americana)
Heeft warme, vochtige omgevingen nodig om te overleven. Ze worden aangetroffen in afvoeren, rioleringen, kelders, opslagruimten en afvalopslagruimten. - Oosterse kakkerlak (Blatta orientalis)
Geeft de voorkeur aan koelere, donkere en vochtige plaatsen om te schuilen, zoals kelders en afvoeren, en is te vinden in opslagruimten en afvalopslagruimten.
Risico’s van kakkerlakken
- Ziekten en allergenen: kakkerlakken kunnen een groot aantal ziekteverwekkende bacteriën met zich meebrengen, waaronder Salmonella, Staphylococcus, Listeria, E. coli, maar ook schimmels, virussen en parasitaire wormen
- Ze voeden zich met rottend organisch materiaal, schimmels en fecaliën in rioleringen, die vervolgens op hun lichaam en in uitwerpselen naar gebouwen kunnen worden vervoerd
- Ze poepen overal waar ze kruipen en stoten vaak speeksel uit op oppervlakken om hun omgeving te ‘proeven’
- Uitwerpselen en lichamelijke afscheidingen geven vlekken en laten een vieze geur achter die aangetaste gebieden en goederen kan doordringen
- Vervellingshuiden en eipakketten besmetten voedselproducten en verpakkingen
- Astma veroorzaakt door allergenen in de uitwerpselen en huiden
Vliegen
Een aantal vliegsoorten kan als ongedierte rond gebouwen worden gezien. Ze planten zich voort in rottend organisch materiaal zoals voedselverspilling, uitwerpselen, dode dieren en afvoeren. Deze soorten zijn onder meer fruitvliegjes, motmuggen, huisvliegen en bromvliegen. Gebouwen bieden ook beschutting voor sommige soorten om te overwinteren. Verschillende soorten vliegen worden aangetrokken door verschillende voedingsproducten, waaronder fermenterende suikers, oliën en vetten, koolhydraten en rottende eiwitten en plantaardig materiaal.
- Fruitvlieg kan zich voeden met en broeden in zeer kleine hoeveelheden suikerhoudende vloeistoffen – in bars, keukens en restaurants, afvalcontainers. Vloeistof kan zich ophopen in afvalcontainers, te rijp fruit en sommige groenten, oude drinkflessen, in afvoeren, in gemorste etenswaren en dranken, zelfs in scheuren in natte vloeren
- Motmuggen worden aangetrokken door rottend voedsel, riolering en ander organisch afval. Ze leggen eieren in organisch afval dat zich kan ophopen in afvoeren of vervuild ondiep water. Ze kunnen broeden in de gelatineuze bacteriële films – biofilms – die zich vormen op oppervlakken in afvoeren, septic tanks, compost en zijn bestand tegen reinigings- en ongediertebestrijdingschemicaliën
- Huisvliegen broeden in ontbindend afval zoals rot voedsel en uitwerpselen van dieren
- Bromvliegen leggen eieren in rottend vlees, inclusief keuken- en restaurantafval, en karkassen van dieren zoals dode ratten, muizen en vogels.
Risico’s van vliegen
In warme omstandigheden en met voldoende voedsel kunnen vliegen zich snel vermenigvuldigen. Ze voeden zich met ontlasting, afval, rottende materialen en opgeslagen en verwerkt voedsel. Ze zullen regelmatig bewegen tussen de besmette voedselbronnen en schone gebieden, waarbij ze besmet vuil op hun lichaam en micro-organismen intern vervoeren.
Vliegen kunnen besmet materiaal oppikken op hun lichaam, voeten en monddelen. Sommigen braken spijsverteringssappen uit en poepen terwijl ze eten en rusten. Daarmee besmetten ze voedsel en oppervlakken met micro-organismen die ziekten of bederf kunnen veroorzaken. Fruitvliegjes kunnen ook bederf micro-organismen en ziektes dragen.
Vliegen kunnen vele micro-organismen bevatten die ziekten bij mensen veroorzaken, waaronder Salmonella, cholera, E. coli, parasitaire wormen en schimmels.
Vogels
Een paar vogelsoorten gedijen goed in stedelijke gebieden. Ze zijn aangepast aan de nest- en rustplaatsen in de richels, dorpels, daken en dakgoten van gebouwen en de kant-en-klare voedselbronnen die worden geleverd door menselijke voedselvoorzieningsactiviteiten in de buurt. Ze kunnen gaten in het dak, de muren en open of gebroken deuren en ramen gebruiken om binnen te komen en schuilen in ruimtes zoals onder daken. De meest voorkomende vogelplagen zijn duiven, kauwen, meeuwen en spreeuwen.
Risico’s van vogels
Vogels kunnen de volgende soorten schade veroorzaken:
- Vervuiling: uitwerpselen hopen zich op rond rustplaatsen, vervuilen de buitenkant en binnenkant van het gebouw als ze binnenkomen, omliggende gebieden en voertuigen. Een duif kan wel tot 14 kilo per jaar produceren.
- Fysieke schade: vogels kunnen dakpannen losmaken, isolatie in daken beschadigen en de chemische werking van de uitwerpselen tast steen, metaal, verfwerk en andere bouwmaterialen aan
- Water schade: nesten blokkeren goten en afvoerleidingen, waardoor overstromingen op het dak, interne lekken, verrot hout, metaalcorrosie, beschadigd stucwerk en vloeren in het gebouw worden veroorzaakt. Natte gebieden kunnen dan broedplaatsen worden voor vliegende en bijtende insecten en een bron voor schimmels
- Verspreiding van ziekten: uitwerpselen van vogels kunnen vele soorten ziekteverwekkers bevatten die een gezondheidsrisico vormen door besmetting van oppervlakken. Pathogenen omvatten zoals Salmonella en E. coli,
- Verspreiding van insecten en parasieten: teken, vlooien, luizen en mijten worden door vogels gedragen en kunnen hun nesten besmetten en zich over het gebouw verspreiden. Verschillende kevers, motten, vliegen en mijten die zich voeden met nestafval kunnen nesten besmetten, waaronder tapijtkever, pelskever, broodkever, kleermot, huisstofmijt en andere voorraadinsecten
Hoe bescherm je gebouwen tegen ongedierte
Het is essentieel om gebouwen te blijven onderhouden en de ongediertebestrijding te laten uitvoeren. Zo voorkom je dat ongedierte toegang krijgt tot gebouwen en om te voorkomen dat plagen een groter financieel risico worden. Ongedierteplagen leiden ook tot reputatieschade. Tevens kan het de terugkeer van een gebouw naar normaal gebruik vertragen, zodra de beperkingen door de inteligente lockdown worden opgeheven.
Een professionele ongediertebestrijder kan een geïntegreerd ongediertebestrijdingsplan bieden dat ongedierte efficiënt en discreet bestrijdt om je gebouw, je voorraad, je materialen te beschermen en een veilige plek biedt voor je personeel. Rentokil Pest Control heeft de kennis en ervaring om jou ook in deze tijd een op maat gemaakt advies te geven in je strijd tegen het ongedierte. Neem contact met ons op voor advies over jouw ongedierteprobleem.
Laat een reactie achter