Soorten insecten op planten

Levenscyclus

• Het wijfje legt in haar leven tot 1000 eitjes in losse pakketjes rond de wortels van gastplanten. Na verschillende dagen komen de larven uit en voeden ze zich verschillende maanden.
• Het ontpoppen kan tot 20 dagen duren. Uitkomende volwassen diertjes voeden zich met bladeren en jonge scheuten en kunnen tot 100 dagen leven.

Gewoonten

• De volwassen dieren richten schade aan door inkepingen te maken in de bladranden (dieper dan gelijkaardige schade door rupsen).
• De larven voeden zich met plantenwortels en kunnen verwelking en dood van de plant veroorzaken.

Levenscyclus

• In de lente leggen de vrouwtjes eitjes in scheuren en spleten van gebouwen, onder gevelbeplanting en onder de schors aan de voet van een boom.
• De eitjes verkeren tijdens de warme zomer in een ruststadium. In de vroege herfst verschijnen de mijten.
• Afhankelijk van de weersomstandigheden kunnen ze één tot zeven maanden blijven leven.
• De meeste mijten overwinteren als eitje, maar er kunnen in de winter ook in andere stadia verkerende mijten aanwezig zijn.

Gewoonten

• Zichtbaar - Ze worden vaak in het vroege voorjaar en aan het eind van de zomer waargenomen.
• Voedsel – Sap van grassen en klaver, maar ook van andere planten zoals paardenbloem, herderstasje, aardbei en iris.
• Als er grote aantallen mijten op het gras zitten, kleurt het gras bruin.
• Locatie – In de buurt van dichte vegetatie gaan ze huizen binnen via scheurtjes en kleine openingen rond ramen en deuren. Ze verblijven doorgaans aan de zonnige zijde van het huis.
• Ze laten een rode vlek achter wanneer ze worden geplet.
• Ze bijten mensen niet.

Levenscyclus

Gewoonten

Levenscyclus

• 0,1 tot 1 cm lang.
• Geel, oranje of rood met kleine zwarte stippen op de vleugels.

Gewoonten

• Voedsel - bladluizen, kleine insecten en mijten. Een lieveheersbeestje eet tijdens zijn leven ongeveer 5000 bladluizen. De larven zijn eveneens roofdieren.
• Locatie - de roofzuchtige lieveheersbeestjes worden vaak gezien op planten met bladluizen of schildluizen.
• De stippen en heldere kleuren maken hen onaantrekkelijk voor roofdieren. Als een lieveheersbeestje zich bedreigd voelt, scheidt hij een gele vloeistof af met een slechte geur en een bittere smaak.

Levenscyclus

• Meestal cycli van 1 jaar.
• De larven zijn actieve en vraatzuchtige roofdieren die zich voeden met rupsen, naaktslakken, gewone slakken en plantaardige voeding.

Gewoonten

• Heilzame insecten. Roof- en meestal nachtdieren.
• Kweken niet binnenshuis en een grote invasie kan te wijten zijn aan een verstoring buiten het gebouw.

Levenscyclus

• De volwassen insecten komen uit in mei — daarom worden ze ook de meikevers genoemd.
• Ze leven ongeveer 4 jaar.

Gewoonten

• Gulzige eters van plantenwortels - ze kunnen grote schade berokkenen op akkers.

Levenscyclus

• Legt eitjes in kleine groepjes aan de onderkant van bladeren, bij de middennerf.
• Leven tijdens hun gehele levenscyclus van bastweefsel.
• De gehele levenscyclus van ei tot ei kan soms maar acht dagen tellen, maar dit hangt sterk af van de omgevingstemperatuur.

Gewoonten

• Leeft van tal van planten en veroorzaakt stippels en bruine plekken op bladeren.
• Worden vooral aangetroffen in broeikassen.

Levenscyclus

• Het wijfje van de schildluis produceert zo'n 600 eitjes, die worden gelegd in structuren, zogenaamde follikels.
• De eitjes worden na minder dan 10 dagen kleine poppen, die zich over de planten bewegen en voederplaatsen vormen.
• Er kunnen tot zes generaties per jaar zijn.

Gewoonten

• Schildluizen voeden zich met een zeer grote variëteit aan gastplanten.
• Schildluizen remmen de groei van de plant, veroorzaken vervorming, verlies of vergeling van bladeren en in sommige gevallen kunnen de planten sterven.
• Schildluizen produceren grote hoeveelheden honingdauw, die de planten en de omringende oppervlakken kunnen bedekken met een kleverige laag.

Levenscyclus

• De mannetjes paren met de wijfjes en elk paar bouwt een eitjesgalerij onder de schors, evenwijdig met de nerven.
• Het spinthout wordt doordrenkt met sporen van een blauwe schimmel wanneer de eitjesgalerij wordt gebouwd.
• De larven komen uit, verpoppen zich en ontwikkelen zich tot volwassen kevers onder de schors.

Gewoonten

• Ze komen vaak voor in naaldbomen; sommige vallen ook loofbomen aan.
• Er zijn honderden verschillende soorten bekend.

Levenscyclus

• Het wijfje legt afzonderlijke eitjes in spleetjes die ze maakt in een bloem of blad.
• De pop die uitkomt, lijkt op het volwassen dier maar is kleiner en bleker van kleur.
• De levenscyclus is voltooid na twee tot vijf weken, afhankelijk van de soort en van de omgevingsomstandigheden.

Gewoonten

• Tripsen voeden zich binnenin ontluikende bloemknoppen en in nieuwe blaadjes van planten. De schade is pas zichtbaar wanneer de vervormde bloemen/bladeren opengaan.

Levenscyclus

• De eitjes worden in de herfst gelegd en komen uit na 10 tot 14 dagen.
• De larven wroeten in de bodem om zich te voeden met wortels van planten en ontwikkelen zich tijdens de winter en de lente. Ze verpoppen zich in september en de volwassen kevers komen uit in oktober.
• De volwassen kevers leven maar tot april.

Gewoonten

• Volwassen snuitkevers vallen bloemen, knoppen, bladeren en fruit aan.
• Ze eten's nachts en zijn overdag inactief, ze houden zich dan verscholen onder bladeren, schors enz.

Levenscyclus

• Mannetjes zijn zeldzaam. Vrouwtjes kunnen zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk voortplanten.
• Ze leggen meerdere keren per jaar eitjes.
• De eitjes zijn wit en circa 0,25 mm lang. Ze worden op de onderzijde van het blad of op de stam afgezet.
• Na ongeveer 14 tot 18 dagen komen de larven te voorschijn en beginnen ze te eten.
• Volwassen dieren leven langer dan 35 dagen.

Gewoonten

• Trips voeden zich met bloemen en bladeren die hierdoor beschadigd raken.
• Ze komen voor op vele planten en bloemen in kassen, bijv. fruit- en groenteplanten zoals tomaten-, komkommer- of bananenplanten, bloemen zoals begonia's, chrysanten en hydrangea, maar ook op cactussen.